Ik heb meegedaan aan een schrijfwedstrijd! En het was me toch spannend. Lisette Jonkman organiseerde samen met Martin Gijzemijter de Zonnige Zomer schrijfwedstrijd waarbij de beste verhalen gepubliceerd worden in de eerste Romcomnibus die deze zomer verschijnt. Toen ik deze uitdaging voorbij zag komen op instagram, wist ik: hier moet ik aan meedoen!
Al mijn leven lang ben ik aan het schrijven. Als kind verzon ik verhaaltjes die ik op de computer in een documentje uitwerkte tot een verhaal. Meestal was zo’n verhaal niet langer dan twee a4-tjes, maar het was toch een verhaal. Zo kan ik me herinneren dat ik in groep 5 of 6 van de basisschool zelf de “opdracht” had bedacht om een verhaal te schrijven met de woorden die ik die week voor mijn dictee moest oefenen. De -niet bepaald compacte en tevens weinig verhullende- titel van het verhaal werd: ‘De moord op de baron en het dodelijke ligbad’. Heel lang was het verhaal niet en waar het precies over ging weet ik ook niet meer. Wel weet ik nog dat het ‘dodelijke ligbad’ een bad was waar messen uit omhoog kwamen. Fantasie genoeg al op jonge leeftijd!
Toen ik wat ouder werd heb ik nog eens een verhaal geschreven over een vriendengroep waarbij de onderlinge verhoudingen op scherp kwamen te staan door drugsgebruik, met als titel: ‘Je vriendschap of die rommel’. Dat is werd écht een dik boek (voor mijn begrippen toen). Wél 15 a4-tjes, zeg ik nu uit mijn hoofd, haha! Daarna heb ik lange tijd geen fictie meer geschreven. Toen ik iets ouder was, ging ik schrijven over heftige gebeurtenissen die indruk op me maakten. Zo maakte ik een heel verslag van de aanslagen op het World trade Center, waarbij ik nieuwsberichten verzamelde, in eigen woorden beschreef wat er gebeurd was en foto’s van het internet plukte. Het werd een dik verslag. Niet veel later maakte ook de moord op politicus Pim Fortuyn veel indruk op me, want over dat nieuwsfeit deed ik hetzelfde. Dat ik in 2008 begon met een studie journalistiek, was dan ook geen verrassing voor mijn omgeving.
Schrijven werd dus mijn werk, maar fictie schrijven heb ik lange tijd niet meer gedaan. De ambitie om een boek te schrijven bleef echter altijd aanwezig in mijn achterhoofd. Talloze eerste hoofdstukken heb ik al op papier staan. Uren heb ik lopen dromen over verhaallijnen en personages, maar het daadwerkelijk uitwerken van een heel verhaal, daar kwam het nooit van. Op mijn computer staan allemaal flarden van verhalen en verhaalideeën, maar er zijn maar weinig verhalen met een kop en een staart. Tijdens mijn opleiding journalistiek heb ik nog eens een kort verhaal geschreven voor de minor Creatief Schrijven. Samen met een vriendin heb ik heel wat uren gebrainstormd over de inhoud van ons gezamenlijke boek, totdat we allebei ook weer afhaakten. En toen ik in 2015 voor een lokale krant verslag deed over de komst van vluchtelingen in een noodopvang in de lokale sporthal, raakte ik ook geïnspireerd voor een kort verhaal. Dat is het laatste fictieve verhaal dat ik schreef. Tot nu dus.
Voor deze wedstrijd was ik vastberaden om een goed verhaal op papier te zetten. In ging brainstormen over zomerse en romantische verhaallijnen, locaties en gebeurtenissen en verrassend snel ontstond er een compleet verhaal in mijn hoofd. Tijdens het schrijven raakte ik verknocht aan de personages die in mijn hoofd ontstaan waren en ik liet me meevoeren met hun verhaal. Soms bedacht ik dingen die mezelf verrasten. Soms kreeg ik geniale ingevingen – al zeg ik het zelf haha!- om terug te pakken op iets dat eerder was voorgevallen. En sneller dat ik ooit had kunnen denken had ik een heel verhaal op papier staan. Met een begin en een einde. Het enthousiasme dat ik voelde tijdens het schrijven, de vlinders in mijn buik voor een bepaald personage en de verrassingen die mijn hoofd soms voor me had, bezorgden me zoveel enthousiasme en adrenaline dat ik soms echt stuiterend achter de computer zat. Ik schreef door tot ’s avonds laat en kon vervolgens niet slapen omdat ik nog hyper en veel te blij was.
Inmiddels is de wedstrijd afgelopen en mijn verhaal heeft de shortlist niet gehaald. Een enorme domper natuurlijk. Maar er waren dan ook 109 inzendingen, zelfs van diverse schrijfsters die al eens een boek uitgegeven hebben. De kans was dan ook niet erg groot. Bovendien is het pas het eerste dat ik schrijf sinds lange tijd. Maar dat ik dit verhaal wil delen met meerdere mensen en dat ik vaker wil gaan schrijven: dat staat als een paal boven water. Want wat was dit een fantastische tocht. Ik heb diverse proeflezers in mijn omgeving benaderd om mijn verhaal te lezen en het was retespannend maar ook heel verhelderend om hun feedback terug te krijgen. En ik voelde me zo vereerd dat één van mijn proeflezers Gillian King was. Mijn heldin van het feelgood-genre. En zij was ook nog eens enthousiast over mijn verhaal! Dat was echt een enorm compliment. En het gaf me genoeg vertrouwen om dit verhaal met de wereld te gaan delen.
Voor nu ga ik eens goed nadenken wat de beste manier is om dit verhaal naar buiten te brengen en dan horen jullie er nog meer over. Beloofd!