HELMOND – Na ruim veertig jaar gewerkt te hebben als verloskundige in Helmond heeft Inge van Melis afscheid genomen van Verloskundige Groepspraktijk Helmond. Ze gaat genieten van haar pensioen, maar niet voordat ze nog even terugblikt op haar carrière, waarin ze vele nieuwe Helmondse burgers ter wereld heeft geholpen.
Inge van Melis is geboren en getogen in Helmond. Ze omschrijft het echt als haar stad. Na haar studie aan de Vroedvrouwenschool in Rotterdam en na 1,5 jaar te hebben gewerkt als klinisch verloskundige in het ziekenhuis van Tegelen kwam ze dan ook maar wat graag weer terug naar haar Brabantse geboorteplaats. Altijd heeft ze samen met andere verloskundigen de praktijk gehad. De laatste jaren met haar collega’s Lenneke van Oorschot, Fleur de Wolf en Linda Verbakel.
Intens vak
Werken als verloskundige vraagt veel, met onregelmatige diensten, ’s nachts paraat moeten staan en ook zwangerschappen die misgaan. “Het is een intens vak, maar je krijgt er ook heel veel voor terug. Het is heel dankbaar werk”, vertelt ze. Die onregelmatige diensten waren dan ook de voornaamste reden om met pensioen te gaan. “Ik slaap al jaren slecht en de nachtdiensten helpen wat dat betreft niet mee. Bovendien vond ik het mooi geweest. Ik heb bij afscheid van eerdere collega’s ervaren dat het fijn is als er een nieuwe verloskundige start, omdat er dan weer een frisse wind door de praktijk waait. Nu vond ik het tijd ook wel weer tijd voor wat verjonging in de praktijk.”
In ruim veertig jaar is er veel veranderd in haar vakgebied. “Toen ik begon was Helmond een stuk kleiner, om te beginnen”, vertelt Inge. “De Rijpelberg werd net gebouwd en Brouwhuis, Dierdonk en Brandevoort volgden later. Maar ook voor de vrouw was het allemaal heel anders. We hadden toen nog veel meer thuisbevallingen en minder pijnstilling. Ook waren de spreekuren minder uitgebreid. Vrouwen waren zwanger en kregen een kind. Dat was het. Tegenwoordig moeten we zwangere vrouwen informeren over diverse onderzoeken die ze kunnen kiezen, zoals de NIPT test en de combinatietest, er zijn meerdere echo’s en er wordt een uitgebreide twintig weken screening gedaan. Bovendien moeten vrouwen nu ook nog bepalen waar ze willen bevallen en hoe ze willen bevallen. Daardoor is een zwangerschap wel een stukje minder onbevangen geworden”, denk ik.
Culturen
Het mooiste van haar vak, kan Inge niet zomaar benoemen. “Natuurlijk is de bevalling de kroon op je werk. Iedere bevalling die goed gaat is een feestje. Dat blijft mooi. Maar de spreekuren vormen de kennismaking, risicoselectie en je kunt een band opbouwen met de patiënt. Dat vind ik ook nog steeds heel leuk om te doen.” Het contact met de vele verschillende mensen, zal ze nu dan ook het meest gaan missen. “De verscheidenheid aan culturen maakt het werk heel leuk. Bij Marokkaanse en Turkse gezinnen staat de tafel na een bevalling altijd vol koffie, thee en lekkernijen. Dan kom je bijna niet meer weg”, vertelt ze lachend. Ook herinnert Inge zich nog goed dat ze als verloskundige moest werken in het asielzoekerscentrum. “Dat was moeilijk communiceren, want vaak was er geen tolk aanwezig en ook een tolkentelefoon of google translate hadden we toen nog niet. Maar het was ook weer heel mooi om te zien hoe er dingen tussen culturen werden uitgewisseld. Zo bakerden Afghaanse mensen hun kindjes altijd heel strak in en dat is iets dat wij zijn gaan overnemen. Zoals zij ook dingen overnamen van onze cultuur.”
De opening van het eigen praktijkgebouw aan de Wethouder Ebbenlaan, in 2005, was een moment van trots voor Inge. “Daarvoor sjouwden we voor elk spreekuur van wijkgebouw naar wijkgebouw met een grote mand spullen. We hebben ook tijdje in het ziekenhuis praktijk gehouden. Maar het openen van een eigen praktijk met alle benodigde apparatuur voelde als een echte mijlpaal. Zo van: Kijk eens wat wij samen bereikt hebben.” Nog steeds zijn er spreekuren in diverse wijken, maar de meeste patiënten ontvangen ze toch in het eigen praktijkgebouw.
‘Eén kunstje’
Terugblikkend op haar carrière blijft ze bescheiden. “Ik deed gewoon mijn werk”, zegt ze schouderophalend. “Ik heb één kunstje geleerd.” Wel benadrukt ze dat ze haar werk altijd met heel veel plezier heeft gedaan. Haar afscheid is op haar verzoek klein gehouden. “Met de collega’s zijn we een weekendje weg geweest en op mijn laatste werkdag zijn de kraamverzorgsters en bekenden als verrassing nog op visite gekomen. Dat was wel heel erg leuk.” Ze is overladen met bloemen, kaartjes met foto’s en cadeaus. “Het doet me veel dat iedereen er zo mee bezig is.” En een ander uniek cadeautje was wel dat ze tijdens haar laatste spreekuur vorige week donderdag een vrouw met weeën zag. “Ze zei tegen mij: ‘één bevalling kun je toch nog wel doen?’, maar mijn collega zei dat ik op de praktijk moest blijven. Zij wist natuurlijk dat ik nog verrast zou worden. Iets meer dan twee uur later kwam de kraamvrouw, op weg naar huis vanuit het ziekenhuis, haar baby nog even aan me laten zien. Dat was wel heel bijzonder.”
En nu? Inge heeft nog geen duidelijke plannen voor haar pensioen. “Deze maand wil ik alles even op zijn beloop laten; wennen aan het feit dat ik niets meer hoef. Voor nu voelt het nog alsof ik gewoon een weekje vakantie heb. En daarna kijk ik wel weer verder.”
Dit artikel verscheen op vrijdag 15 oktober 2021 in Weekkrant de Loop.